De Strabrechtse Heide
Uitgestrekte heidevelden, kleine bosjes, het stuifzand en de vennen: de Strabrechtse Heide is een van de grootste heide gebieden van ons land en is zeker een van de allermooiste. In het natuurgebied is genoeg te zien, te genieten en te beleven.
In het Noordwesten sluit de Strabrechtse Heide aan bij de Braakhuizense heide, in eigendom van stichting Het Brabants Landschap. Bij Heeze sluit het aan bij heidevelden op de Heerijkheid Heeze en de Herbertusbossen (ook eigendom van Het Brabants Landschap). Het gebied valt gedeeltelijk onder de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn. In 2006 werd de Strabrechtse Heide samen met een deel van het dal van de Kleine Dommel aangewezen als Natura 2000 gebied onder de Natura 2000-gebiedsnaam Strabrechtse Heide & Beuven. Het in de gemeente Someren gelegen deel oostelijke van de heide heet van oudsher Lieropsche Heide.
Vennen op de Strabrechtse Heide
De Strabrechtse en Lieropse Heide maakten tot het einde van de 19e eeuw deel uit van een groot heidegebied tussen de dalen van de Kleine Dommel en de Aa. Naar het noorden strekte de hei zich uit tot Nuenen (Molenheide, Collsche Heide, Refelingse Heide), ten zuiden van de weg Heeze-Someren liep de Somerensche Heide door tot aan het Weerterbosch en de Groote Peel. In het begin van de 20e eeuw is het grootste deel van de heide ten noorden en ten zuiden van de Strabrechtse Heide omgezet in bos of landbouwgrond. Door de aanleg van de A67 werd de Strabrechtse Heide gescheiden van het bosgebied tussen Geldrop en Mierlo. De plannen om de A2 ten oosten van Eindhoven te leggen, waardoor de Strabrechtse Heide van het dal van de Kleine Dommel gescheiden zou worden, zijn niet doorgegaan.